Maak kennis met Morgane Rousseaux, speciaal adviseur migratie bij Bruss’help sinds enkele maanden. Ik ben juriste van opleiding, gespecialiseerd in mensenrechten. Voordat ik bij Bruss’help begon, heb ik jarenlang bij Fedasil gewerkt. Daar coördineerde ik onder andere het mobiele team dat op het terrein in de frontlinie werkt met mensen zonder verblijfsvergunning en verzoekers om internationale bescherming (VIB) die zich buiten het opvangnetwerk bevinden.

Waar werk je aan en wat zijn je dagelijkse taken?

Sinds mijn komst een paar maanden geleden werk ik voornamelijk aan het Brussels Deal (de overeenkomst tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de financiering van 2000 noodopvangplaatsen in Brussel).

De Brussels Deal vereist een coördinatie tussen de operatoren over meer operationele onderwerpen, monitoring van de bezette plaatsen en financiële opvolging van de geactiveerde plaatsen. Elke twee weken ontmoeten we de operatoren om de bezettingsgraad van de centra te bespreken, evenals meer operationele onderwerpen (zoals de harmonisatie van de informatie die aan de begunstigden wordt gegeven en hun begeleiding, en updates over specifieke thema’s: geestelijke gezondheid van VIB, begunstigden van internationale bescherming, enz.). Ook ontmoeten we Fedasil maandelijks samen met de operatoren om thema’s rond VIB te coördineren.

Daarnaast heb ik de afgelopen maanden gewerkt aan het opstellen van een gezamenlijke roadmap voor de MENA-voorzieningen. Dit document fungeert als een soort richtlijn voor de twee centra en helpt de operatoren in hun werk op het terrein met MENA's (niet-begeleide minderjarige vreemdelingen) in transit die in hun structuren worden opgevangen.

In het kader van mijn functie ben ik uiteraard ook betrokken bij de rol van Bruss’help om informatie door te geven aan de overheden. Hiervoor werken we samen met de kabinetten (zowel op regionaal als federaal niveau), maar ook met administraties en andere actoren (SPRB, Vivalis, Fedasil, enz.).

Wat zijn de uitdagingen of obstakels waarmee je recent bent geconfronteerd? 

Ik word geconfronteerd met verschillende uitdagingen en obstakels die mijn werk rechtstreeks beïnvloeden. Allereerst heeft de opvangcrisis helaas veel impact op het terrein. Duizenden alleenstaande mannen die hun verzoek om internationale bescherming hebben ingediend, wachten nog steeds op een plaats in het opvangnetwerk van Fedasil. Hun geestelijke gezondheid, die al onder druk staat door het geweld in hun land van herkomst en hun reis naar België, verslechtert verder tijdens hun tijd op straat in Brussel.

We proberen overleg te coördineren over dit thema met de actoren op het terrein, maar het is duidelijk dat de diensten voor geestelijke gezondheidszorg overbelast zijn en dat er daarom maar weinig effectieve doorverwijzingsopties zijn. Bovendien bevinden we ons, in afwachting van een nieuwe federale en regionale regering, in onzekerheid over de financiering en/of verlenging van bepaalde projecten, wat het soms moeilijk maakt om plannen te maken.

Wat vind je het meest boeiend aan je huidige werk?

Elke actor in de sector heeft een specifieke werkwijze, evenals eigen missies en doelstellingen. Voor mij is het essentieel dat de verschillende actoren rond dezelfde tafel samenkomen om te overleggen en gezamenlijk oplossingen te vinden.

Netwerken en het creëren van verbindingen via terreinbezoeken, infosessies en overleg met de actoren in de sector stelt iedereen in staat elkaars realiteiten op het terrein beter te begrijpen en hun acties dienovereenkomstig aan te passen met een gemeenschappelijk doel voor ogen: de ondersteuning van de begunstigden verbeteren. Dat is wat ik probeer te doen in mijn werk!

Daarnaast vind ik het belangrijk om veranderingen te stimuleren door de zorgen en signalen van terreinactoren door te geven aan onze autoriteiten via aanbevelingen of vragen.

 

Afdrukken E-mailadres

• Vorige
• Volgende