02/880.86.89 | info@brusshelp.org | Horaires

Pano Accueil NL

De website wordt druk vertaald. Wij danken u voor uw geduld en aarzel niet om contact met ons op te nemen indien nodig. Bedankt voor uw begrip.

Dakloosheid aanpakken via preventie, begeleiding en huisvesting

Bruss’Help is krachtens de ordonnantie van 14 juni 2018 (art. 62) belast met de coördinatie van noodhulpvoorzieningen en inschakelingsmaatregelen, evenals met het uitvoeren van studies en analyses over de problematiek van dakloosheid in Brussel.

Een actie-georiënteerd centrum: ons centrum, opgericht in 2019, verenigt Raadgevers die gespecialiseerd zijn in de studie van dak- en thuisloosheid, de coördinatie van projecten en globale interventievoorzieningen.

Meervoudige opdrachten: ondersteuning bij de planning, prognoses, ontwikkeling van een preventieve aanpak en begeleiding van de begunstigden naar duurzame oplossingen (toegang tot zorg, sociale rechten, huisvesting...).

We zijn een observatorium voor dak- en thuisloosheid: een documentatie- en onderzoekscentrum, dat een knooppunt is tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld. Wij zijn gericht op "duurzame oplossingen en anticipatie".

 

  Onze visie  

 

Op 28 januari organiseerden de federaties AMA & BICO, in samenwerking met Bruss’help, een ochtendsessie waarin hun leden en ons team in dialoog konden treden. Dit moment bood de gelegenheid om elkaars rollen beter te begrijpen, de strategische prioriteiten van Bruss’help voor 2025 te presenteren en samen enkele belangrijke uitdagingen in de sector te bespreken.

Bruss’help en zijn actieplan 2025

De ochtend begon met een presentatie van het actieplan 2025 van Bruss’help, dat past binnen het Beheerscontract en de Ordonnantie van 2018.

Dit plan, ontwikkeld door het hele team, heeft als doel de taakverdeling te optimaliseren en de doelstellingen van de organisatie te verduidelijken aan de hand van drie complementaire strategische pijlers:

  • Oriënteren: Een efficiënt systeem en tools ontwikkelen die het werk van onthaal, oriëntatie en begeleiding vergemakkelijken, zowel voor Bruss’help als voor de actoren in de sector. Dit omvat onder andere de opzet van een gewestelijke inventaris van beschikbare opvangplaatsen en de optimalisatie van de verdeling van begunstigden, in lijn met maatregel 17 van het Masterplan.

  • Coördineren: Specifieke actoren samenbrengen en coördineren binnen een coherente, globale dynamiek om de impact van acties in het Brussels Gewest te versterken. Dit omvat het animeren van de CUCI, het opvolgen van het Masterplan, het verbeteren van de coördinatie van de Brussels Deal, en het ondersteunen van duurzame huisvestingsprojecten.

  • Analyseren: Gegevens verzamelen, centraliseren en analyseren om observaties en aanbevelingen te formuleren die bijdragen aan de verbetering van praktijken en het beleid. Deze analyse omvat de meting van impact, de valorisatie van resultaten en ondersteuning van de operationele teams van Bruss’help en de sector.

Workshops over huisvesting en het Masterplan

Het tweede deel van de ochtend draaide rond twee cruciale thema’s:

  • Sociale huisvesting en artikel 36bis: Deze bepaling stelt dat minstens 6% van de sociale woningen tegen 2027 moet worden toegewezen aan daklozen, met een gefaseerde uitvoering: 3% in 2025, 4,5% in 2026 en 6% in 2027. De toepassing ervan roept nog vragen op over de praktische uitvoering en de coördinatie tussen huisvestingsactoren en sociale hulpverlening.

  • De implementatie van het Masterplan: Dit strategische plan, gepubliceerd in april 2024, bevat 35 maatregelen om dakloosheid in Brussel tegen 2030 te beëindigen. De uitdaging is nu de operationele uitvoering ervan, in overleg met alle betrokken partijen.

Deze ontmoeting bood de deelnemers de kans om ervaringen en terreinuitdagingen te delen en de samenwerking tussen Bruss’help en de sector te versterken. Een gezamenlijke doelstelling kwam naar voren: een efficiënter en solidaire opvang- en ondersteuningsstructuur opbouwen in het Brussels Gewest.

Na zeven weken activatie werd het Extreem Koudeplan op 28 februari afgesloten, wat de sluiting betekende van de 160 tijdelijke opvangplaatsen die sinds 7 januari waren geopend. We blikken terug op de cijfers en de lessen van deze winterse mobilisatie.

Een versterkt noodplan om de urgentie aan te pakken

Het Extreem Koudeplan 2025 werd gelanceerd als reactie op de barre weersomstandigheden en bood tijdelijke opvang aan mensen in grote bestaansonzekerheid. Drie centra werden ter beschikking gesteld:

  • Het door het Rode Kruis beheerde centrum: oorspronkelijk voorzien voor 150 alleenstaande mannen, maar uiteindelijk beperkt tot 140 plaatsen vanwege infrastructurele beperkingen.
  • Het centrum Prince de Liège: 10 plaatsen voor kwetsbare personen die medische begeleiding nodig hebben.
  • Het centrum Marie-Curie 2: 40 plaatsen voor gezinnen, beheerd door Ukrainian Voices in Anderlecht.

Terwijl de eerste twee centra eind februari hun activiteiten hebben stopgezet bij de afsluiting van het noodplan, blijven de 40 gezinsplaatsen beschikbaar tot juni, gezien de aanhoudende vraag en de beperkte opvangcapaciteit.

Grote vraag en verzadigde opvangcapaciteiten

In dit centrum werden sinds de opening in totaal 6.266 overnachtingen geregistreerd, wat de noodzaak van dergelijke maatregelen tijdens de winterperiode onderstreept. De laatste opnames vonden plaats op 24 februari, met het oog op het vertrek van alle bewoners op 28 februari.

Hoewel de inzet van de sector ervoor zorgde dat een aanzienlijk aantal mensen tijdelijk onderdak kreeg, blijven de structurele beperkingen van het systeem bestaan. De vraag naar opvang blijft bijzonder hoog, vooral door het grote aantal alleenstaande dakloze mannen. De verzadiging van de beschikbare plaatsen en de sluiting van deze centra na de winter benadrukken de noodzaak van een versterking van structurele en duurzame opvangoplossingen.

Bruss’help blijft, in samenwerking met zijn partners en de regionale autoriteiten, het opvangbeleid evalueren om toekomstige winterstrategieën te optimaliseren en het aanbod beter af te stemmen op de noden op het terrein.

We zijn verheugd de lancering aan te kondigen van het initiatief "Cores’ponsabilité", een regionaal programma dat gericht is op het versterken van laagdrempelige ambulante diensten in Brussel. Dit initiatief sluit aan bij de acties van de Regionale Veiligheidsraad (CORES) en wordt geïntegreerd met bestaande structuren zoals SubLINK en de hotelnachtopvang.

Sinds december 2024 steunt "Cores’ponsabiliteiten" op een solide partnerschap tussen zes gespecialiseerde organisaties op het gebied van verslavingszorg en risicobeperking: Project Lama, MASS, Enaden, Babel, Modus Vivendi en Dune. Het doel is om de doorverwijzings- en opvangcapaciteit voor gebruikers te vergroten, zowel naar ambulante diensten als naar residentiële therapeutische voorzieningen en ruilpunten voor risicobeperking. Deze aanpak beoogt een betere toegang tot zorg en aangepaste begeleiding voor mensen in precaire situaties.

Om dit project te ondersteunen, worden zowel een psychosociale functie als een medische of psychiatrische functie toegevoegd om de partnerteams te versterken. Daarnaast wordt gewerkt aan de oprichting van een mobiel psycho-medisch-sociaal team, gespecialiseerd in verslavingszorg. Dit team zal de toegang tot zorg verbeteren voor de meest gemarginaliseerde doelgroepen, vooral in consumptie- en zwerfzones, zoals de omgeving van het Zuid- en Noordstation.

Een stuurgroep, gecoördineerd door Project Lama, is opgericht en brengt vertegenwoordigers samen van Vivalis, Iriscare en Bruss’help. Dit comité zorgt voor een efficiënte samenwerking tussen de verschillende partners. Daarnaast wordt een projectcoördinator gefinancierd om het initiatief op te volgen, een transversale analyse van de verschillende acties te leiden en de impact van het programma te evalueren, met name in samenhang met de hotelopvang georganiseerd door Bruss’help. Deze kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie zal strategische aanbevelingen opleveren om de zorg voor mensen met een verslaving en dakloosheid te versterken.

Bruss’help blijft zich ook inzetten voor SubLINK, met name via het hotelnachtenprogramma. Dit initiatief sluit aan bij maatregel 23.3 van het Masterplan, die voorziet in de creatie van 200 hotelplaatsen voor mensen met een verslavingsproblematiek. Het doel is om het netwerk van partnerhotels geleidelijk uit te breiden om het hele jaar door opvangcapaciteit te garanderen, verspreid over het Brusselse Gewest.

Ten slotte speelt de komst van Includo, een initiatief van de MIVB, een sleutelrol in de sociale en gezondheidsinterventies binnen de metrostations. Er wordt momenteel een proces ontwikkeld in samenwerking met SubLINK en het Sociale/Gezondheidsluik van CORES om de verwijzing van door Includo geïdentificeerde personen te organiseren volgens de vastgelegde zorgcriteria.

Met deze nieuwe initiatieven bevestigen Bruss’help en haar partners hun engagement om een sociale en medische respons op te bouwen die is afgestemd op de realiteit op het terrein. Het doel blijft hetzelfde: inclusieve, duurzame en toegankelijke begeleidingsoplossingen aanbieden, zodat mensen in grote bestaansonzekerheid de juiste ondersteuning krijgen op het hele Brusselse grondgebied.

 

 Equipe steven

 

 
Maak kennis met Elyne Kamanzi,
Maatschappelijk werker bij Bruss’help
al meer dan 3 jaar.


"Een plek vinden voor iemand en weten dat die persoon
zich kan uitrusten en heropbouwen, is mijn grootste voldoening.
Ondanks de moeilijkheden en het gebrek aan middelen geeft dit
gevoel zin aan mijn werk en motiveert het me om door te gaan.".

Wat was je traject voordat je bij Bruss'help kwam?

Ik heb altijd mensen willen begeleiden en helpen, en dat heeft me vanzelf naar de studie maatschappelijk werk geleid. Mijn eerste baan was bij Talita, een opvanghuis voor vrouwen, met of zonder kinderen, die hun woning zijn kwijtgeraakt door huiselijk of intrafamiliaal geweld, een uithuiszetting uit een ongezonde woning, schulden... Ze krijgen daar begeleiding op verschillende levensdomeinen, of het nu gaat om participatie en integratie, de opvoeding van hun kinderen, het volgen van een opleiding of het vinden van werk en een eigen inkomen. De begeleiding is ook gericht op persoonlijke ontwikkeling, groepsdynamiek en het ontwikkelen van sociale vaardigheden, vandaar dat er binnen Talita ook een sterke focus ligt op gemeenschapswerk.

Deze ervaring gaf me een goed inzicht in de realiteit op het terrein en liet me intensief samenwerken met de bewoners. Ik was verantwoordelijk voor de intakegesprekken en sociale anamneses om hun situatie beter te begrijpen en hen optimaal te begeleiden. Dit werk heeft me enorm veel geleerd en was erg motiverend, omdat ik de concrete impact van sociale begeleiding kon zien. Toch ben ik moeder van een zoontje, en de werkuren waren moeilijk te combineren met mijn gezinsleven.

Bij Bruss’help vond ik een evenwicht: ik blijf actief in de sector, maar in een andere rol. Hier werken we als tweedelijnsdienst en ondersteunen we onze partners. Mijn werk bestaat uit het oriënteren van mensen, het vinden van huisvestingsoplossingen en het helpen van mensen om van de straat af te komen. Het sociale aspect blijft dus centraal staan, maar met een andere benadering.

Wat zijn jouw taken bij Bruss’help?

Ik werk binnen de oriëntatiecel van Bruss’help en onze taak is om partners te begeleiden bij het vinden van huisvestingsoplossingen voor hun begunstigden. Mijn eerste reflex ’s ochtends is het uitvoeren van de dagelijkse monitoring van beschikbare plaatsen in opvanghuizen en noodcentra. Op basis daarvan verspreiden we deze informatie binnen de sector om het oriëntatieproces voor mensen die een onderdak zoeken te vergemakkelijken. We coördineren ook de doorverwijzing van Oekraïense vluchtelingen met tijdelijke bescherming naar geschikte opvangcentra.

Een van de grootste uitdagingen in dit werk – en in de hele sector – is het tekort aan beschikbare plaatsen. Dat dwingt ons soms om moeilijke keuzes te maken: we komen regelmatig samen als team om de meest complexe situaties te analyseren en na te denken over verbeteringen om de behoeften van mensen zo goed mogelijk te beantwoorden. We doen ook terreinbezoeken aan opvanghuizen en opvangcentra om de structuren waarnaar we doorverwijzen beter te leren kennen. Dit helpt ons om gerichter advies te geven en een band op te bouwen met de teams ter plaatse.

Daarnaast werk ik aan een project om het overzicht van beschikbare plaatsen dynamischer te maken, met een real-time updatesysteem. Het doel is om partners een actueel beeld te geven van de beschikbaarheid zonder dat ze systematisch via ons moeten passeren. Dit is een complex project dat tijd vraagt, maar het kan veel voordelen opleveren.

Mijn werk is voortdurend in ontwikkeling, en dankzij de opleidingen die Bruss’help aanbiedt, krijg ik de kans om mijn inzicht in de problematieken van de sector te verdiepen en nieuwe oplossingen te verkennen om de begeleiding en oriëntatie van mensen te verbeteren. Ik heb nog veel te leren en te verfijnen, maar deze uitdagingen motiveren me elke dag om me verder in te zetten en steeds beter afgestemde oplossingen te vinden voor de sector.

Wat boeit je het meest in je werk?

Een plek vinden voor iemand en weten dat die persoon zich kan uitrusten en heropbouwen, is mijn grootste voldoening. Ondanks de moeilijkheden en het gebrek aan middelen geeft dit gevoel zin aan mijn werk en motiveert het me om door te gaan.

Bovendien heb ik het geluk te werken binnen een geëngageerd en solidair team. Hoewel we verschillende taken hebben, delen we allemaal hetzelfde doel: dakloosheid bestrijden en de best mogelijke oplossingen zoeken. Werken in een warme en samenwerkende omgeving is een echte drijfveer in mijn dagelijkse werk.

Heb je een memorabele anekdote die je met ons wilt delen?

Er zijn er veel… Onlangs organiseerden we een Spaanse avond met het hele team: een leuke gelegenheid om samen een gezellige tijd door te brengen. Iedereen bracht een specialiteit mee en kon zo iets van zijn of haar cultuur en kookkunsten delen. Ik hou erg van koken en wilde er zeker van zijn dat mijn collega’s mijn runder-samosa’s in de beste omstandigheden konden proeven. Dus verraste ik iedereen door mijn airfryer mee naar kantoor te brengen! Zo konden mijn collega’s genieten van heerlijk warme en knapperige samosa’s… ze vielen erg in de smaak!

Deze week heeft ons Comité voor Noodhulp en Inclusie (CIN) een formeel waarschuwingsadvies uitgebracht aan de autoriteiten, waarin het de dringende noodzaak benadrukt om de financiering voor het jaar 2025 veilig te stellen. Deze situatie vormt namelijk een groot risico voor talrijke terreinorganisaties in Brussel en bedreigt de continuïteit van essentiële diensten.

 
Terwijl het jaar 2024 ten einde loopt, worden verschillende organisaties in de sector geconfronteerd met onzekerheid over de beschikbare financiële middelen voor hun activiteiten. Dit dwingt hen tot kritieke keuzes: hun activiteiten voortzetten zonder financiële garanties of drastische capaciteitsverminderingen plannen, wat directe gevolgen heeft voor de kwetsbare personen die ze ondersteunen.

Deze situatie betreft met name de facultatieve subsidies, die tal van projecten op het gebied van begeleiding, opvang en huisvesting ondersteunen. Het veroorzaakt instabiliteit die de planning van activiteiten en de continuïteit van de diensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondermijnt. Tot op heden is er geen garantie gegeven over de verlenging van deze subsidies in 2025.

Het CIN waarschuwt voor het dilemma waarmee de betrokken organisaties worden geconfronteerd:

  1. Verhoogd financieel risico voor de structuren: Sommige organisaties nemen het risico om contracten te behouden zonder budgettaire garantie, wat hun liquiditeit en levensvatbaarheid in gevaar brengt.
  2. Ontslag van personeel: Bij gebrek aan financiële zekerheid hebben andere organisaties geen andere keuze dan hun personeel te ontslaan, waardoor de kwaliteit en continuïteit van de diensten aan dak- en thuislozen of mensen in armoede in gevaar komt.

Het comité benadrukt ook dat, vanaf 1 januari 2025, indien er geen budgettaire maatregelen worden genomen:

  • Meer dan 2.000 noodopvangplaatsen die worden gefinancierd in het kader van de "Brussels Deal" mogelijk zullen verdwijnen. Dit verlies zou leiden tot een verhoogde druk op noodopvang- en ziekenhuisstructuren, een verergering van zichtbare armoede in de publieke ruimte en een ondraagbare belasting van de sociale en gezondheidsdiensten.
  • Belangrijke projecten, zoals Housing First-diensten, thuisbegeleiding of innovatieve projecten voor straatbegeleiding en huisvesting voor kwetsbare personen, ook in gevaar zouden kunnen komen.

In deze context roept het CIN de autoriteiten op om snel actie te ondernemen door budgettaire richtlijnen te bevestigen en onderbrekingen in de programma’s midden in de winter te voorkomen. Het comité dringt tevens aan op open gesprekken met beleidsmakers om de continuïteit van de acties van terreinorganisaties en de bescherming van de meest kwetsbare personen te waarborgen.

 

Voor meer informatie kunt u het volledige advies hier raadplegen.